De zwakke prestaties van olie- en gasconcern Shell in 2013 zorgen voor lagere beloningen van de bedrijfstop. Maar oud-topman Peter Voser krijgt tot maart dit jaar nog wel minimaal een half miljoen euro mee.

Dat blijkt uit het jaarverslag over 2013 dat het Nederlands-Britse concern donderdag heeft gepubliceerd.

Energiereus Shell had geen topjaar in 2013. De winst kelderde met 39 procent tot zo’n 16,4 miljard dollar. Druk op de raffinagemarges, hogere kosten bij de zoektocht naar olie en gas, en afboekingen op eerdere investeringen in schalieolie in de VS speelde het bedrijf parten.

Lagere beloning top Shell

In de beloning van de bedrijfstop is dat terug te zien. Topman Peter Voser kreeg over heel 2013 een beloning van 8,5 miljoen euro. Niet mis, maar fors lager dan de 18 miljoen euro die zijn basissalaris, kortetermijnbonus, langetermijnbeloning en pensioenregeling een jaar eerder bijeen brachten.

De Zwitser Voser trad per 1 januari 2014 af als hoogste baas van Shell en werd opgevolgd door de Nederlander Ben van Beurden. Maar hij is nog tot 31 maart dit jaar verbonden aan Shell als adviseur. In die periode krijgt hij een basissalaris van omgerekend zo’n 520 duizend euro. Ook maakt hij nog kans op een bonus. Hij krijgt geen vertrekpremie.

Voser is inmiddels teruggekeerd naar zijn geboorteland Zwitserland. Zijn basissalaris voor het jaar 2014 is vastgesteld op 2,54 miljoen Zwitserse frank (2,09 miljoen euro) en daarvan krijgt het naar rato een kwart uitgekeerd. De oud-topman verdient meer dan zijn opvolger, wiens basissalaris is vastgesteld op 1,4 miljoen euro.

De commissarissen van Shell presenteerden in het jaarverslag ook een plaatje van het nieuwe beloningsbeleid voor de topman, dat vanaf 2015 gaat gelden. Dat ziet er voor Van Beurden niet slecht uit.

Als de hoogste baas conform verwachting presteert kan hij jaarlijks 8,9 miljoen euro verdienen. Bij zeer zwakke prestaties krijg hij minimaal twee miljoen euro. Doet de bestuursvoorzitter het buitengewoon goed, dan kan de jaarbeloning oplopen tot 15 miljoen euro.

Bron: ANP/Z24

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl